vrijdag 5 oktober 2012

Specht en zoon, Willem Jan Otten


1. Algemene informatie

Auteur: Willem Jan Otten
Titel: Specht en zoon
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van eerste uitgave: 2004
Druk: 10de druk, 2005
Aantal pagina’s: 142
Genre: psychologisch verhaal

Een jonge schilder, in de mode vanwege zijn rake portretten, krijgt een opdracht die anders is dan alle voorgaande: schilder een gestorven jongen. 'Je redt er een leven mee,' zegt de steenrijke vader van de jongen. De schilder weet dat hij zichzelf zal moeten overtreffen. Wie was de jongen? Waarom is hij dood? Waarom komt de vader het schilderij niet afhalen?
Specht en zoon is een rijke roman over de wens iemand op de wereld te zetten.

1. Verwachtingen

Eigenlijk heb ik geen bijzondere reden gehad om dit boek uit te kiezen. Vaak vind ik het leuker om iets te lezen zonder dat ik echt weet waar het over gaat.

2. Motieven en Thema

Het verhaal heeft een paar motieven. Zo wordt Felix Vincent van het begin af aan ‘schepper’ genoemd. Dit doet een beetje denken aan het scheppingsverhaal.

Een ander motief is het creƫren van kunst. Dit is een heel belangrijk aspect in het boek.

Thema: leven en dood

3. Beoordeling

a. Schrijfstijl: Het taalgebruik is niet moeilijk. Over het algemeen leest het boek snel weg. Soms maakt de schrijver gebruik van erg lange zinnen met veel bijzinnen. Ze zouden een portret worden, van even onder de schouders tot kruin, ze zouden, na voltooiing, betrekkelijk snel worden opgehaald door de opdrachtgever; ze zouden in de eerste plaats lijken en dan pas mooi of verrukkelijk zijn; en ze zouden in een kamer belanden, aan een warme muur, in een altijd net iets te droge, cv-gestookte huiskamer, in een leven dat ze ten slotte het hunne zouden noemen. (pagina 21)

b. Inhoud:

Vertelperspectief
Het verhaal wordt verteld vanuit het ik-perspectief. De ik, in dit geval, is een schilderdoek. Je bekijkt de wereld vanuit zijn ‘ogen’ en je leest al zijn gedachten. De schrijver van dit boek heeft van het schilderij een levend persoon gemaakt. Daarom is dit heel apart, maar toch ook heel leuk om te lezen. Wat soms grappig is, is dat het schilderij bepaalde menselijke gewoonten en handelingen niet begrijpt.



Ruimte
Het grootste deel van het boek speelt zich af in het atelier van het landhuis, waar Felix Vincent en zijn vrouw Lidewij wonen. Eigenlijk is het nog niet van hen, maar Felix Vincent probeert door het maken van schilderijen zoveel mogelijk geld binnen te halen om het te kunnen kopen. Dat het verhaal zich hier grotendeels afspeelt is niet vreemd, aangezien het schilderij zich hier continu bevindt en het in het ik-perspectief is geschreven. Doordat het doek de tuin in kan ‘kijken’, heeft de lezer wel besef van tijd, aangezien alle jaargetijden voorbijkomen. Slechts enkele stukjes spelen zich af buiten het atelier, bijvoorbeeld in de tuin of in het ziekenhuis.


4. Eindoordeel

Ik vond het boek zeker de moeite waard om te lezen. Het goede maar ook aparte aan Specht en zoon is het vertelperspectief. Het hele verhaal wordt verteld vanuit een voorwerp. Je ziet het doek ook groeien, naarmate het einde nadert. Hij leert bepaalde dingen en hij wil weten wie hij nou eigenlijk is. ‘Het leek op hoe hij praatte toen hij aan mij werkte, hoe lang geleden alweer, maar hij praatte niet met mij en hij klonk alsof hij onophoudelijk vragen stelde, waarom, waarom, waarom, hoorde ik hem zeggen, briesend zowat, en plotseling meende ik hem zelfs genade horen roepen, of spaar me, mijn hemel, wat moest ik denken aan Specht, maar ik had totaal niet de indruk dat schepper nog bij machte was enigerlei verbinding te leggen, eigenlijk was het me een raadsel waar zijn woorden, als hij ze al uitsprak, heen gingen – wat doen ze toch, mensen, als ze zulke dingen roepen, sta me bij, tot wie richten ze zich.’ (bladzijde 128). Deze zin illustreert het boek. Soms begrijpt het doek bepaalde menselijke gewoonten en handelingen niet. Dat is soms erg grappig om te lezen. Ook vond ik dat de schrijver goed gebruik heeft gemaakt van de tijd. ‘Het loopt tragisch met mij af, daar lijkt het nu toch echt op. De schuifpui van het atelier staat open. Ik hoor vuur laaien.’ (bladzijde 1). Dit is de allereerste zin van het boek. Als lezer is het nog onduidelijk over wie dit gaat, maar je begrijpt wel dat er iemand/iets levensgevaar loopt. Langzaamaan wordt het duidelijk dat om een schilderijdoek draait. Na een paar bladzijdes begint deze de loop van zijn leven te vertellen. De rest van het verhaal loopt chronologisch en uiteindelijk kom je bij het punt uit, waar het boek mee is gestart. De eerste bladzijdes zorgen al voor een bepaalde spanning, die het hele boek blijft. Als lezer wil je weten wat er is gebeurd dat het doek waarschijnlijk verbrand gaat worden.


                                



 5. Lijst van gebruikte bronnen