1. Algemene
informatie
Auteur: Willem Jan Otten
Titel: Specht en zoon
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van eerste uitgave: 2004
Druk: 10de druk, 2005
Aantal pagina’s: 142
Genre: psychologisch verhaal
Een jonge schilder, in de mode vanwege zijn rake portretten,
krijgt een opdracht die anders is dan alle voorgaande: schilder een gestorven
jongen. 'Je redt er een leven mee,' zegt de steenrijke vader van de jongen. De
schilder weet dat hij zichzelf zal moeten overtreffen. Wie was de jongen?
Waarom is hij dood? Waarom komt de vader het schilderij niet afhalen?
Specht en zoon is
een rijke roman over de wens iemand op de wereld te zetten.
1. Verwachtingen
Eigenlijk heb ik geen bijzondere reden gehad om dit boek uit
te kiezen. Vaak vind ik het leuker om iets te lezen zonder dat ik echt weet
waar het over gaat.
2. Motieven en Thema
Het verhaal heeft een paar motieven. Zo wordt Felix Vincent
van het begin af aan ‘schepper’ genoemd. Dit doet een beetje denken aan het
scheppingsverhaal.
Een ander motief is het creëren van kunst. Dit is een heel
belangrijk aspect in het boek.
Thema: leven en dood
3. Beoordeling
a. Schrijfstijl: Het taalgebruik is niet moeilijk. Over het
algemeen leest het boek snel weg. Soms maakt de schrijver gebruik van erg lange
zinnen met veel bijzinnen. Ze zouden een
portret worden, van even onder de schouders tot kruin, ze zouden, na
voltooiing, betrekkelijk snel worden opgehaald door de opdrachtgever; ze zouden
in de eerste plaats lijken en dan pas mooi of verrukkelijk zijn; en ze zouden
in een kamer belanden, aan een warme muur, in een altijd net iets te droge,
cv-gestookte huiskamer, in een leven dat ze ten slotte het hunne zouden noemen.
(pagina 21)
b. Inhoud:
Vertelperspectief
Het verhaal wordt verteld vanuit het ik-perspectief. De ik,
in dit geval, is een schilderdoek. Je bekijkt de wereld vanuit zijn ‘ogen’ en
je leest al zijn gedachten. De schrijver van dit boek heeft van het schilderij
een levend persoon gemaakt. Daarom is dit heel apart, maar toch ook heel leuk
om te lezen. Wat soms grappig is, is dat het schilderij bepaalde menselijke
gewoonten en handelingen niet begrijpt.
Ruimte
Het grootste deel van het boek speelt zich af in het atelier
van het landhuis, waar Felix Vincent en zijn vrouw Lidewij wonen. Eigenlijk is
het nog niet van hen, maar Felix Vincent probeert door het maken van
schilderijen zoveel mogelijk geld binnen te halen om het te kunnen kopen. Dat
het verhaal zich hier grotendeels afspeelt is niet vreemd, aangezien het
schilderij zich hier continu bevindt en het in het ik-perspectief is
geschreven. Doordat het doek de tuin in kan ‘kijken’, heeft de lezer wel besef
van tijd, aangezien alle jaargetijden voorbijkomen. Slechts enkele stukjes
spelen zich af buiten het atelier, bijvoorbeeld in de tuin of in het
ziekenhuis.
4. Eindoordeel
Ik vond het boek zeker de moeite waard om te lezen. Het
goede maar ook aparte aan Specht en zoon is
het vertelperspectief. Het hele verhaal wordt verteld vanuit een voorwerp. Je
ziet het doek ook groeien, naarmate het einde nadert. Hij leert bepaalde dingen
en hij wil weten wie hij nou eigenlijk is. ‘Het
leek op hoe hij praatte toen hij aan mij werkte, hoe lang geleden alweer, maar
hij praatte niet met mij en hij klonk alsof hij onophoudelijk vragen stelde,
waarom, waarom, waarom, hoorde ik hem zeggen, briesend zowat, en plotseling
meende ik hem zelfs genade horen roepen, of spaar me, mijn hemel, wat moest ik
denken aan Specht, maar ik had totaal niet de indruk dat schepper nog bij
machte was enigerlei verbinding te leggen, eigenlijk was het me een raadsel
waar zijn woorden, als hij ze al uitsprak, heen gingen – wat doen ze toch,
mensen, als ze zulke dingen roepen, sta me bij, tot wie richten ze zich.’ (bladzijde
128). Deze zin illustreert het boek. Soms begrijpt het doek bepaalde menselijke
gewoonten en handelingen niet. Dat is soms erg grappig om te lezen. Ook vond ik
dat de schrijver goed gebruik heeft gemaakt van de tijd. ‘Het loopt tragisch met mij af, daar lijkt het nu toch echt op. De
schuifpui van het atelier staat open. Ik hoor vuur laaien.’ (bladzijde 1). Dit
is de allereerste zin van het boek. Als lezer is het nog onduidelijk over wie
dit gaat, maar je begrijpt wel dat er iemand/iets levensgevaar loopt.
Langzaamaan wordt het duidelijk dat om een schilderijdoek draait. Na een paar
bladzijdes begint deze de loop van zijn leven te vertellen. De rest van het
verhaal loopt chronologisch en uiteindelijk kom je bij het punt uit, waar het
boek mee is gestart. De eerste bladzijdes zorgen al voor een bepaalde spanning,
die het hele boek blijft. Als lezer wil je weten wat er is gebeurd dat het doek
waarschijnlijk verbrand gaat worden.
|
|
|
5. Lijst van
gebruikte bronnen